
Veel werkgevers hebben het moeilijk, nu hun bedrijfsvoering deels of helemaal is stilgevallen. Het kabinet wil het mogelijk maken dat werkgevers hun personeel kunnen blijven doorbetalen, zodat niemand hoeft te worden ontslagen. Werkgevers die over een periode van 3 maanden ten minste 20 procent omzetverlies hebben, kunnen vanaf 1 maart 2020 een tegemoetkoming krijgen. Deze tegemoetkoming is maximaal 90 procent van de loonsom, afgezet tegen het omzetverlies.
Met deze rekenhulp kunt u het percentage omzetverlies over een periode van 3 maanden berekenen. Dit percentage moet u opgeven bij de aanvraag van een tegemoetkoming NOW.
Deze rekenhulp is mede mogelijk gemaakt door SZW en UWV.
Link naar “Rekenhulp omzetverlies
Toelichting:
De werkgever vraagt NOW-subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei in verband met een verwachte terugval in de omzet van meer dan 20 procent.
Als je verwacht dat het effect van de huidige situatie pas met vertraging in het omzetcijfer zichtbaar wordt, kun je aangeven dat je de periode voor de omzetvergelijking een of twee maanden later wil laten starten. Je kunt starten op 1 maart, 1 april of 1 mei.
Je kunt kiezen uit omzetverlies vanaf:
1 maart: je geeft dan het percentage omzetverlies door over maart, april en mei.
1 april: je geeft dan het percentage omzetverlies door over april, mei en juni.
1 mei: je geeft dan het percentage omzetverlies door over mei, juni en juli.
Je kunt dus bijvoorbeeld op 6 april een aanvraag doen voor omzetverlies over april, mei en juni. Maar je kunt ook op 30 mei een aanvraag doen voor omzetverlies over dezelfde periode.
De verwachte omzet in de 3 maanden van de door jou gekozen periode, vergelijk je met de totale omzet in 2019, gedeeld door vier, zodat beide cijfers zien op een omzet over 3 maanden. Op basis daarvan bereken je het omzetverlies in procenten.
De berekening van het omzetverlies gaat zo:
Neem de totale omzet van 2019.
Deel dit bedrag door 4. Dit is de gemiddelde omzet over 3 maanden.
Vergelijk de verwachte omzet voor een van de periodes hierboven met dit bedrag.
Als het bedrijf is gestart na 1 januari 2019 of begin 2020, dan geldt een andere berekening.
Rekenvoorbeeld berekening omzetverlies
Een werkgever heeft over 2019 € 160.000 omzet.
Zijn gemiddelde omzet per 3 maanden was in 2019 dus € 40.000.
Hij verwacht omzetverlies over maart, april en mei 2020.
Voorbeeld 1
De werkgever had in maart € 5.000 omzet. In april verwacht hij ook € 5.000 omzet en in mei € 6.000. Over deze 3 maanden verwacht hij dus een totale omzet van € 16.000.
€ 16.000 is 40 procent van € 40.000. Zijn omzetverlies is € 24.000. Dat is 60 procent omzetverlies. De werkgever kan een aanvraag indienen.
Voorbeeld 2
De werkgever had in maart € 10.000 omzet. In april verwacht hij € 00,00 omzet en in mei € 25.000. Over deze 3 maanden verwacht hij dus een totale omzet van € 35.000.
€ 35.000 is 87,5 procent van € 40.000.
Zijn omzetverlies is € 5.000. Dat is 12,5 procent omzetverlies. De werkgever kan geen aanvraag indienen, omdat het omzetverlies minimaal 20 procent moet zijn.
Bereken het omzetverlies met de Rekenhulp omzetverlies
In de rekenhulp wordt gevraagd:
Was de onderneming op 1 januari 2019 al actief? (Ja of Nee)
Wat was de omzet in het jaar 2019? (De omzet is het totaal van inkomsten over een bepaalde periode. Vul de omzet in exclusief belastingen zoals BTW)
Vanaf welke datum wordt omzetverlies verwacht? (1 maart, 1 april, 1 mei)
Wat is de verwachte omzet in de maanden (vul hier voor de 3 gekozen maanden de verwachte omzet in)
Bron: UWV